De enige koe van de familie Klymenko is dood.
Overleven, collaboratie en verraad
In Andriivka zijn de Russen weer weg:
‘Tot in het kippenhok zochten ze naar ‘nazi’s’’
Oekraïne De Russische militairen zijn weg uit het dorp Andriivka, maar elk huis en elk mens is beschadigd.
‘Kijk, daar gaat ze. Ze viel ten prooi aan de Russen.’
Automonteur Vitali Tsjerkasov in wat er na de Russische bezetting over is van zijn huis in het dorpje Andriivka.
Bij de buren staan alleen de bakstenen gevel en de schoorsteen nog overeind – nadat de Russen hun resterende munitie voor de deur opbliezen.
De huizen aan de overkant van de straat zijn bestookt met Oekraïense artillerie en uitgebrand.
Dus keuterboeren Tetjana en Oleksandr Klymenko vinden dat ze van geluk mogen spreken. Hun dak is kapot, de schuur ingestort, het tuinhek verdwenen, alle ramen liggen aan diggels en de badkamer stap je zo in door een manshoog en armenbreed gat in de witte buitenmuur.
Ook Oleksandrs bril is kapot. „Maar wij hebben tenminste nog een huis. Deze schade is te repareren”, zegt Tetjana, met rode wangen van de kou. „We leven nog!”
Ze slaat een kruis wanneer ze praat over de doodsangsten die ze heeft uitgestaan. „Het griezeligst waren de tien dagen in de voorraadkelder”, vertelt Tetjana (52) over de periode in het begin van de oorlog dat Russische militairen hun dorp Andriivka bezetten en deze straat een front werd in de oorlog.
„We dachten dat het schieten nooit zou ophouden. Soms was het zelfs te gevaarlijk om naar boven te gaan om te plassen.”
Tetjana Klymenko (52) vindt ondanks de schade aan haar boerderij dat ze nog geluk heeft gehad.
Ze slaat een kruis wanneer ze praat over de doodsangsten die ze heeft uitgestaan. „Het griezeligst waren de tien dagen in de voorraadkelder”, vertelt Tetjana (52) over de periode in het begin van de oorlog dat Russische militairen hun dorp Andriivka bezetten en deze straat een front werd in de oorlog.
„We dachten dat het schieten nooit zou ophouden. Soms was het zelfs te gevaarlijk om naar boven te gaan om te plassen.”
Dan zegt Oleksandr (58) schuchter dat één ding hem nog veel banger maakte dan de eindeloze vuurgevechten. Hij vreesde vooral dat de Russen zich aan hun jongste dochter Oksana (22) zouden vergrijpen.
„Om haar te beschermen tegen verkrachting heb ik haar ingesmeerd met koeienpoep.”
Ze trokken haar oude kleren en een hoofddoek van haar baboesjka aan om haar op een oma te doen lijken en Oleksandr wilde de Russen doen walgen van de geur van de koeienstal. „Hij stelde zelfs voor dat ze haar wenkbrauwen zou afscheren”, zegt Tetjana. „Maar bij dat idee alleen al barstte ze in tranen uit.”
Schietend op elk huis
Andriivka, een dorp met vóór de Russische invasie ongeveer duizend inwoners, was een maand lang een strijdtoneel in de poging van Vladimir Poetin om de Oekraïense hoofdstad Kiev te bereiken en te overmeesteren. Volgens de bewoners trokken Russische militairen eind februari binnen, schietend op elk huis, en maakten ze de dorpsschool tot hun hoofdkwartier.
Ze terroriseerden de bevolking. Ze namen bezit van huizen en roofden die leeg of sloopten de inboedel. Ze maakten mobiele telefoons, televisies, kookstellen en damesondergoed buit.
Ze stalen en slachtten vee. Ze reden voor de lol met hun tanks over auto’s heen. „En telkens kwamen ze terug om ‘nazi’s’ te zoeken, tot in ons kippenhok toe”, zegt Tetjana vol onbegrip. „Welke nazi’s?”
Mede als gevolg van een Oekraïens tegenoffensief is geen enkel huis in Andriiv-ka onbeschadigd gebleven.
Er zijn 22 mensen uit het dorp gedood en een aantal bewoners is nog vermist. Sommigen kwamen om in de gevechten, maar er zijn ook jonge mannen gevonden die met hun handen op hun rug gebonden zijn geëxecuteerd.
Priester Ivan Moldavtsjoek leidt meerdere (her)begrafenissen per dag nu de Russen weg zijn.
Priester Ivan Moldavtsjoek leidt vaak meerdere (her)begrafenissen per dag, vertelt hij. Vandaag wacht hij op de autopsie van het lichaam van een vader die werd doodgeschoten toen hij – tevergeefs – zijn dochter probeerde af te schermen voor de bezetters.
Alle ruiten zijn uit het Oekraïens-orthodoxe kerkje geblazen door de luchtdruk van de tanks die voor de deur het dal in vuurden.
De priester zelf schuilde wekenlang eenzaam in de kelder onder de bezemkast, met alleen een wollen deken, een stilstaande klok en wat ingemaakt eten uit zijn moestuin.
Nu de Russen vertrokken zijn kunnen in Andriivka de doden worden (her)begraven.
Roddels over wie collaboreerde
De doden worden collectief betreurd, maar er zijn onderlinge beschuldigingen van collaboratie die de kleine gemeenschap verdelen. Er wordt geroddeld over inwoners die voor een fles wodka hun buren verklikten en over vrouwen die het aanlegden met de soldaten.
Waarom werd het ene huis gesloopt en het andere ongemoeid gelaten? Weet je zeker dat de priester niet met de Russen heulde, vraagt automonteur Vitali Tsjerkasov (56), terwijl hij de puinhoop rond zijn huis laat zien. Hij heeft zoiets gehoord.
Zelf sloot hij zich bij het begin van de invasie aan bij de reservisten van het dorp en werd door een buurman verraden.
„De Russen dwongen mijn vrouw op deze binnenplaats op haar knieën en schoten met een machinegeweer over haar hoofd om haar te dwingen te vertellen waar ik was.” Zij hield haar mond over waar Tsjerkasov en zijn eenheid zich verschanst hadden.
„Maar die buurman hoeft niet te proberen terug naar het dorp te komen. Als ze hem niet al hebben vermoord, zoals een verrader verdient.”
Voor de lol reden Russische militairen met hun tanks over auto’s heen
Ook de automonteur vreesde tijdens de bezetting vooral voor wat de Russische militairen zijn negentienjarige dochter zouden aandoen. Hun reputatie was hun vooruitgesneld. Tsjerkasovs ooit mooie hoekhuis is nu een verzamelpunt voor hulpgoederen en doodskisten, maar was tijdens de bezetting een uitvalsbasis van Russische officieren.
Iemand heeft met grote bruine letters ‘porno’ op de muur geklad. „Op een avond stond een dronken majoor voor de deur die zei dat hij mijn dochter ‘beter wilde leren kennen’. Mijn vrouw heeft haar snel in de kelder verstopt en de militair aan de praat gehouden. Ze gaf hem eten en nog meer drank, totdat hij nergens meer toe in staat was en in slaap viel”, vertelt Tsjerkasov trots. „We hebben het geluk gehad dat hij vervolgens zelf is gedood.”
Niet elke vrouw wist tijdens de bezetting te ontkomen aan het seksueel geweld. Drie gevallen van verkrachting zijn algemeen bekend in Andriivka. Maar Tsjerkasov telt op zijn vingers en denkt dat er zeker twintig slachtoffers zijn. „De meesten zullen er nooit over praten, want je leven in een dorp als dit is daarna niet meer hetzelfde.” Dat stigma maakt het onmogelijk om te weten in welke mate de Russische militairen deze oorlogsmisdaad begaan. En het bemoeilijkt de juiste hulp en zorg voor de slachtoffers, ook als ze wonen in gebied dat inmiddels bevrijd is.
Terwijl moeder Anhela Moesjkivska (50) en dochter Nastja Boholanova (31) op straat vertellen over hun oorlogservaringen en de trauma’s voor kleine kinderen die de beschietingen hebben meegemaakt, rijdt een witte auto voorbij.
Op de passagiersstoel zit een jonge vrouw die haar hoofd afwendt als ze een groepje mensen ziet. „Kijk, daar gaat ze”, zegt Moesjkivska met een hoofdknik over een van de bekende slachtoffers van de Russen, wier broer ook nog werd doorgeschoten. „Ze is er slecht aan toe.”
Niet leven maar overleven
Lang niet alle dorpsbewoners zijn nog hier. Sommigen vluchtten voor of tijdens de Russische bezetting naar veiliger oorden, anderen daarna. Tsjerkasovs vrouw en zijn dochter zitten inmiddels in Berlijn, waar een oudere dochter al voor de oorlog haar heil had gezocht.
Anhela Moesjkivka en Nastja Boholanova logeren elders. Oleksandr, Tetjana en Oksana Klymenko wisten halverwege de bezetting te ontkomen, maar keerden terug toen ze begin april op een video van Oekraïense bevrijders zijn ouders – „die hadden besloten hier te sterven” – vrolijk op een bankje in de zon zagen zitten.
Voorlopig is het in Andriivka niet leven maar overleven. Eerst worden rond Kiev de wegen vrijgemaakt van uitgebrande voertuigen en bruggen gerepareerd, zodat de hulpverlening op gang kan komen. Dan moeten alle elektriciteitspalen overeind gezet worden en de waterleidingen hersteld. Niet-ontplofte munitie maakt verschillende plekken te gevaarlijk om te betreden.
Voor Tetjana Klymenko is het niet de eerste keer dat ze haar thuis verloor. Ze groeide op in Pripjat, vlak bij de kernreactor Tsjernobyl die in 1986 explodeerde. De omvang van die ramp werd door de Sovjet-Unie in eerste instantie geheim gehouden en vervolgens werd het gebied geëvacueerd. Pripjat is nu een spookstad en was voor de Russische invasie een toeristische attractie.
Of en hoe Andriivka de invasie te boven komt, valt te bezien. Geld voor reparatie van verwoeste huizen is er nauwelijks. Daar durven de Klymenko’s ook niet echt aan te beginnen. De oorlog woekert voort in het oosten van het land, waar de schade mogelijk nog groter zal zijn dan rond de hoofdstad. „Stel je voor dat de Russen hier terugkomen”, zegt Tetjana. „Ik geloof er niets van dat ze Kiev hebben opgegeven.
Poetin wil Oekraïne vernietigen.”
Oleksandr ziet de toekomst zwaar in. „Wat kunnen wij doen, wij zijn maar kleine boertjes die leven van wat kippen en een koe.” Of leefden, corrigeert hij, want de koe waarvan de poep werd gebruikt om dochter Oksana zo onaantrekkelijk mogelijk te maken, zijn ze kwijt.
„Onze schuur werd geraakt door artillerie en het dak stortte bovenop haar in.” Oksana is in veiligheid en kan weer in haar eigen kleren over straat.
Maar de enige koe van de familie Klymenko is dood.
Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 23 april 2022